Er gaat een indiaan naar de bank. Hij wil een paardenkwekerij starten.

Zegt de bankier: "Ik wil je wel geld lenen om je kwekerij te starten, maar om zeker te zijn dat je me zal terugbetalen moet je wel een onderpand hebben. Heb jij iets dat daarvoor in aanmerking komt? Paarden bijvoorbeeld ?"

"Ah neen", zegt de indiaan, "ik heb geen paarden. Het is juist om paarden te kunnen kopen dat ik naar u kom".

"Het spijt mij", zegt de bankier, "maar ik zal u niet kunnen helpen".

Enkele jaren later komen ze elkaar terug tegen. Het is de indiaan goed gegaan en hij is er in geslaagd een kudde op te bouwen van 250 mustangs. "Wel, hoedje af", zegt de bankier, "wat een mooie zaak. Nu heb je wel veel geld dat je bij mij kan beleggen?"

Antwoordt de indiaan: "Hoeveel paarden heb je?"