Skip to main content.

Advocaten en reclame

Er is een tijd geweest dat advocaten achter hun bureau zaten te wachten op hun eerste cliënt nadat ze hun plaat aan de deur hadden gevezen.
Vijftien jaar geleden verscheen in Kortrijk nog een advocaat voor de Raad van de Orde omdat hij op een beurs een visitekaartje had overhandigd aan een persoon die daar niet expliciet (genoeg) om gevraagd had.

Advocaten en reclame, het is altijd een moeilijke combinatie geweest. Voornamelijk onder invloed van hun beroepsorde, de Nationale Orde van advocaten (opgericht bij de Gerechtelijke hervorming in 1970) werd een beeld in stand gehouden van een verheven functie als deel van de rechterlijke macht (is het ook) en dus eigenlijk boven het gewoel van het economisch wriemelende mier-mens die de straten bevolkt.


Maar ook de advocatuur bevindt zich niet buiten de economische werkelijkheid en moet zich soms schikken naar de realiteit - die soms zelfs wordt gedicteerd door een Europese wetgever.

Reeds vele jaren is er dankzij de inertie en communautaire blokkering binnen de voormalige Nationale Orde van Advocaten een advocatuur met verschillende snelheden ontstaan. Ik zou dit onderscheid niet zozeer geografisch willen zien (al situeert één soort advocaten zich voornamelijk aan de zeer internationaal gerichte balies van Brussel en in mindere mate Antwerpen) maar wel in de opvatting van het beroep. Er zijn de zogenaamde "klassieke" advocaten die de nadruk leggen op de oplossing van gerezen conflicten (bijna uitsluitend via procedures voor de rechtbanken) en er zijn de advocaten die zich richten op juridisch advies op voorhand, voordat een conflict is gerezen.

De emanatie van deze laatste groep, de kantoren die zich openlijk lieerden aan andere adviesverlenende beroepen (accountants, belastingadviseurs edm) en een zogeheten "one-stop" service aan hun cliënten aanboden, waren eigenlijk voorbestemd om een conflict te krijgen met de "klassieke" advocatuur en hun vertegenwoordigers in de inmiddels opgerichte Orde van Vlaamse Balies. Zij werden immers geacht niet "onafhankelijk" genoeg te zijn en dus de "waardigheid" van het beroep in het gedrang te brengen. Waarbij de Orde gemakshalve voorbij ging aan de honderden advocaten in ons land die als "klassiek" advocaat leven van slechts enkele cliënten en er dus zo afhankelijk zijn als een arbeider in de fabriek van zijn ploegbaas.

En toch is er een ganse groep kantoren die een tussenweg heeft gevonden in hun relatie met (potentiële) cliënten.

VRG Alumni Magazine, het ledenblad van de aan de KUL afgestudeerde juristen, publiceert in zijn laatste nummer van 2004 een interview met Barend Blondé, zeven jaar lang client developer manager van eerst Loeff Claeys Verbeke, later Allen & Overy. Hier volgen enkele passages uit het interview:

"Client Development Manager", wat moeten we daaronder verstaan?

Deze mondvol staat eigenlijk synoniem voor "marketing". in 1997 was het een wat neutralere term binnen een advocatuur die nog wat argwanend stond tegenover alles wat rook naar publiciteit en marketing. Vandaag maakt het echter niet zoveel meer uit en ebschikken zowat alle grote kantoren over interne professionals die zich "marketing & communications manager" noemen.

Een soort van reclamejongen binnen een advocatenkantoor dus?

Absoluut niet. Communicatie nam slechts een beperkt deel van mijn tijd in beslag. Ik geloof trouwens niet erg in reclame voor advocaten. In het begin start je als een soort interne coördinator voor seminaries, nieuwsbrieven en de website. Maar na verloop van tijd word je een interne coach voor advocaten. Je tracht hen te adviseren bij het uitbouwen van hun praktijk, bij het lanceren van een nieuw product of het opbouwen van een relatie met een nieuwe cliënt. De nadruk ligt daarbij voor mij op relatie-marketing en reputatie-marketing. Reclame heeft hier nauwelijks toegevoegde waarde. De wijze waarop een advocaat met zijn cliënten communiceert over erelonen, bijvoorbeeld, heeft op langere termijn een veel grotere impact dan om het even welke advertentie of brochure.
De fusie tussen Loeff Claeys Verbeke en Allen & Overy heeft me dan weer de mogelijkheid gegeven inzicht te verwerven in meer strategische aspecten zoals marktpositionering en segmentering.

Het advocatenlandschap is grondig gewijzigd op een paar jaar, zeker wat betreft de grote kantoren.

De advocatuur die zich richt op diensten aan ondernemingen kent twee belangrijke evoluties.

Vooreerst vertraagt de groei van de juridische markt en zijn er meer spelers. Gevolg: de concurrentie neemt toe. Voor het eerst moeten de kantoren zich echt gaan positioneren, zich een eigen profiel aanmeten dat hen onderscheidt van hun concurrenten. Ze staan voor belangrijke strategische beslissingen en die worden intern niet genomen zonder slag of stoot.

De tweede evolutie houd hier nauw verband mee: de advocatenkantoren professionaliseren. Ze moeten websites hebben, nieuwsbrieven, seminaries... Er moet een human ressoyrces-beleid zijn, de notie van rendabiliteit van cliênten doet zijn intrede, informatica speelt een steeds belangrijker rol etc. Advocaten moeten belangrijke investeringen doen, in tijd en in geld, in domeinen waarvoor ze nooit opgeleid zijn. ook dat zorgt voor de nodige spanningen. Dat er vandaag heel wat verschuivingen zijn in de advocatenmarkt is niet abnormaal. Iedereen zoekt zijn plaatsje in de zon.

Sommigen betreuren de "commercialisering" van de advocatuur.

Tussen advocaten speelt de vrije concurrentie. Concurrentie impliceert een commerciële ingesteldheid van de spelers. Wie het niet eens is met dit vrije marktprincipe voert een politieke discussie.(Cursivering toegevoegd) Ik doe niet aan politiek. Advocaten doen trouwens aan marketing al zolang als het beroep zelf bestaat. En dat is maar logisch: advocaten verdienen hun brood dankzij hun cliënten. Ik ken geen enkele advocaat, hoe voornaam ook, die niet als doelstelling heeft om zijn praktijk te ontwikkelen. Wat verschilt met vroeger zijn de technieken die aangewend worden. Advocaten kijken meer over de muur en omkaderen hun diensten zoals hun cliënten dat doen. Daar is helemaal niets mis mee, integendeel.

Het enige juiste debat is m.i. dat over de commerciële technieken die wel of niet door de beugel kunnen. Elke commerciële transactie moet drie winnaars opleveren: de koper of afnemer, de verkoper of aanbieder en de gemeeschap (via directe en indirecte belastingen). Commerciële technieken die er op gericht zijn transacties tot stand te brengen waarbij één avn deze drie partuijen verluiest zijn voro mij onaanvaardbaar. Ze zijn bovendien vanuit marketing-oogpunt contraproductief op lange termijn. Dat geldt ook voor advocaten. De Orde van Advocaten heeft hierbij m.i. een zeer belangrijke taak. Zij moet haar leden aanleren wat goede commerciële technieken zijn en hard optreden tegen laakbare handelingen. Recent onderzoek wees uit dat slechts 40 % van de bevolking vertrouwen heeft inde advocatuur. En dat voor een beroep dat 'vertrouwen' als basisingrediënt heeft. Ik ben er heilig van overtuigd dat correcte marketingtechnieken kunnen helpen om vertrouwen terug te winnen (...)




^ TOP

17-01-05 - 00:20:00 - - item printen - item mailen

Share/Save/Bookmark -

Comments

reactie van ... anti-clown-media-friend:

Media-training volgen bij "Slangen & Partners" zit er dus aan te komen...

En om een deel van de concurentie niet te benadelen, noem ik er nog enkele:
Y Desmet, E. Van Wijk en Friends, M. Platel... en wel tienduizend anderen...

reactie van Roland:

Er wordt in het stukje gesproken over een fusie tussen Loeff Claeys Verbeke en Allen & Overy, maar voor zover ik weet heeft die nooit plaatsgevonden

Dit bericht is gesloten. Hierdoor zijn reacties of stemmen niet langer mogelijk.