Skip to main content.

Sylvain Ephimenco over het deficit van de multiculturele samenleving

De Morgen is één jaar online. Om dit te vieren zijn ze een week lang gratis te lezen. ik zou zeggen: profiteer ervan. U komt er -vooralsnog- geen advertenties voor bruine partijen tegen.

De woensdagse boekenbijlage vertoont ook iets meer consistentie dan deze van de voormalige krant voor Maatschappelijke en Economische belangen die haar katholieke Vlaamse roots heeft verloochend -en daarmee haar identiteit. Ik kopieer schaamteloos:

In Het land van Theo van Gogh neemt de in Frankrijk geboren Algerijnse columnist Sylvain Ephimenco de multiculturele samenleving onder vuur. Hij heeft het daarbij zowel gemunt op de zelfverklaarde moslimvertegenwoordigers als op de zogenaamd progressieve autochtone elite.

Sinds de moord op Theo van Gogh is de discussie over de multiculturele samenleving in Nederland nog toegenomen.

In tegenstelling tot in Vlaanderen, waar het debat nog grotendeels wordt beheerst door de cultuurrelativistische elite, neemt de kritiek op de nefaste gevolgen van het multiculturele denken in Nederland halsoverkop toe.

Niet alleen bij autochtone denkers als Paul Scheffer en Paul Cliteur, maar ook en vooral bij autochtonen zelf zoals Hafid Bouazza, Afshin Ellian, Ayaan Hirsi Ali, Naima El Bezaz, Nahed Selim en Naema Tahir. Iemand die al jaren ingaat tegen het politiek correcte denken van de linkse kerk is Sylvain Ephimenco, die over dit thema regelmatig publiceert in het dagblad Trouwen thans zijn eerste boek publiceert onder de titel Het land van Theo van Gogh.

Het boek bevat een bundeling van zijn meest treffende teksten die in de loop van de voorbije jaren verschenen over onder meer de moord op Pim Fortuyn, het slachtofferisme waarin heel wat allochtonen zich wentelen, de misplaatste oorlog van Bush tegen Irak, de hoofddoekjeswet in Frankrijk, de bouw van nieuwe moskeeën in Rotterdam, de opvallende stilzwijgendheid van de westerse feministen over de positie van de moslimvrouw, de bedreigingen ten aanzien van Ayaan Hirsi Ali en de moord op Theo van Gogh. De auteur heeft de meeste van die teksten voor dit boek geactualiseerd en bewerkt.

Sylvain Ephimenco is in elk geval niet van plan om na de moord op Van Gogh te zwijgen want dat zou toegeven zijn aan de chantage van het geweld. Juist de wil en de moed om het debat te voeren zijn voor hem het bewijs van de superioriteit van de rechtsstaat en de democratie tegenover de duisternis en religieuze onverdraagzaamheid die funda mentalistische moslims zoals Mo hammed B. (de moordenaar op Theo van Gogh) voorstaan. Meer nog, de auteur roept de vredelievende moslims op om te breken met de passiviteit uit het verleden en massaal in te gaan tegen de fanatici die de islam willen gijzelen voor hun bedenkelijke doelen. Ephimenco wijst hier ook met een beschuldigende vinger naar de zelfverklaarde moslimvertegenwoordigers die elke kritiek op de islam proberen te smoren door de criticasters te beschuldigen van nestbevuiling. Maar evenzeer heeft hij het gemunt op de zogenaamde progressieve autochtone elite die “niet op tijd heeft ingezien hoe reactionair, contraproductief en vrouwonvriendelijk haar dogma’s zijn geworden”. Het is een vorm van onverschilligheid en zelfs onverdraagzaamheid van mensen die hun eigen ongelijk niet kunnen toegeven en andersdenkenden monddood proberen te maken door hen te vergelijken met extreem-rechts, zoals gebeurde met Paul Cliteur en zelfs Ayaan Hirsi Ali, die hen keer op keer wijst op hun interne contradicties.

Het is een speling van het lot dat net de zelfverklaarde progressieven zich nu aan dezelfde kant bevinden als de voorstanders van religieuze dogma’s, de onverdraagzaamheid en de onderdrukking van de vrouw.

Volgens Ephimenco zijn de verdedigers van de multiculturele samenleving op die manier verworden tot de meest uitgesproken conservatieven.

De auteur geeft toe dat hij zelf als uitgeweken Fransman van Algerijnse afkomst in de ban was van de multiculti’s. Maar zijn omslag kwam er toen hij als ingezetene van een allochtone buurt in Rotterdam de toenemende multiculturele segregatie, het verval van een gemeenschappelijke waardesokkel en het verlies van de Nederlandse taalkennis als bin dend element vaststelde. Het leidde tot onverschilligheid en wederzijds onbegrip, aldus de auteur, en bij de allochtonen tot een vorm van slachtofferisme waarbij alles wat misging in de schoenen werd geschoven van de racistische blanke burgers en de discriminerende overheid. Intussen groeide de kloof en werden zaken als verplichte sluiering, gemengd zwemmen en het instellen van ge bedsruimtes in openbare plaatsen in naam van het cultuurrelativisme toegelaten.

Een kwalijke evolutie vindt Ephimenco alvast het toenemende aantal moslimmeisjes die een hoofd doek dragen. Net zoals Chahdortt Djavann ziet de auteur dit als “een instrument dat de zichtbaarheid van hun (islam)invloed moet con cretiseren” en als een duidelijk zichtbare onderscheiding tussen de kaffars (de ongelovigen) en de ‘echte’ moslims. Het past in de politiek van de orthodoxe moslims om Frankrijk te ‘islamiseren’. De auteur is dan ook een groot voorstander van de wet op het verbod van opvallende religieuze symbolen, die nota bene met een overdonderende meerderheid werd goedgekeurd in het Franse parlement, maar waartegen Franse moslimgroeperingen zich blijven verzetten.

Het verbod op hoofddoekjes in de openbare scholen is noodzakelijk om leerlingen zich in een sereen klimaat te laten ontwikkelen tot burgers die beschikken over een autonome wil. Een andere doorn in het oog van Ephimenco is het gemak waarmee men in Nederland de inplanting van nieuwe moskeeën toestaat.

Deze moskeeën worden vaak gefinancierd door buitenlandse moslims uit reactionaire staten (zoals de Verenigde Arabische Emiraten) en hebben volgens de auteur alleen tot doel om het belang van de boodschappen die binnen de muren van de godshuizen worden verkondigd, een grotere impact te geven.

De ommekeer zal vooral moeten komen van de vredelievende krachten binnen de islamwereld zelf. En die stonden na de aanslagen van 11 september sterker dan ooit, aldus Ephimenco. Op dat ogenblik bestond er heel wat sympathie en medeleven voor de slachtoffers. President Bush heeft dit potentieel evenwel verkwanseld door zijn onverstandige optreden in Irak. De oorspronkelijke sympathie verdween snel en maakte plaats voor een toenemende destructieve radicalisering in de islam. De dagelijkse berichtgeving over de gebeurtenissen in Irak geven de auteur alvast gelijk. Dat neemt niet weg dat de moslims in Europa een belangrijke verantwoordelijkheid dragen. Ze moeten de radicale, noem het sinds de moord op Theo Van Gogh, zelfs criminele tak van hun geloof aanpakken en zich afzetten tegen elke interpretatie van de koran waarin geweld en onverdraagzaamheid worden verdedigd en aangemoedigd. Ook na de aanslagen in Madrid van 11 maart 2004 bleef een soortgelijke reactie van de moslimvertegenwoordigers in het Westen uit.

De politiek en maatschappelijk meest relevante tekst handelt over “de verworpenen van de multiculturele samenleving”. Ephimenco schetst een goed beeld van de groeiende kloof tussen de cultuurrelativistische elite en de gewone man in de straat, die zijn buurt, doorgaans in grotere steden, zag veranderen maar nergens terecht kon met zijn klachten.

Die gewone mensen zagen de toenemende vervuiling, de onverschilligheid en vooral de onveiligheid rondom hen toenemen maar hoorden hun politieke leiders en opiniemakers zeggen dat het allemaal zo’n vaart niet liep, dat het om ‘subjectieve’ gevoelens ging en dat ze als blanke burgers in feite niet te klagen hadden. Tegelijk hielden diezelfde leiders en opiniemakers de nieuwkomers voor dat ze hun eigen groepsidentiteit konden behouden en dat ze zich niet echt moesten aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden.

Ook in Vlaanderen heeft het lang geduurd alvorens men inzag dat bijvoorbeeld verplichte taallessen geen afwijzend signaal betekenen maar net een kans voor nieuwkomers om zich vlotter aan te passen. De blanke autochtonen begonnen zich aldus steeds meer vreemden in eigen land te voelen. In deze context maakte Pim Fortuyn een onverwachte opgang.

In Frankrijk was er de opkomst van Le Pen, wat de Franse filosoof Alain Finkielkraut ertoe aanzette om de Franse multiculturalisten te bestempelen als “de electorale waterdragers van Le Pen”. Ook de traditionele feministen hebben boter op het hoofd, aldus de auteur. Zij lieten hun allochtone zusters in de steek en keken meestal weg wanneer ze geconfronteerd werden met misstanden rond de positie van de vrouw in de moslimwereld.

Sylvain Ephimenco eindigt zijn boek met een indrukwekkende open brief aan Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh.

Hierin geeft hij aan hoezeer de dader zijn eigen geloof misbruikte om zijn handeling een schijn van verantwoording te geven. Daarvoor citeert hij uit de brief die de dader achterliet op het lichaam van de vermoorde cineast. De sleutel tot het paradijs heeft zeker niet de vorm van een pistool, aldus een bittere Ephimenco, die de dader alleen dankbaar is omdat hij hem en zo veel anderen wakker heeft geschud die geloven in de universele waarden van de mens. “We zullen niet toestaan dat deze door fanatisme en geweld worden aangetast.” Het boek van Sylvain Ephimenco maakt hopelijk de grote slapende massa autochtone en allochtone mensen wakker die moet beseffen dat alleen een onvoorwaardelijke aanvaarding van onze fundamentele grondrechten de basis kan zijn voor een harmonieus samenleven tussen mensen met uiteenlopende politieke, culturele en religieuze denkbeelden.

De gewone mensen zagen de toenemende vervuiling, de onverschilligheid en vooral de onveiligheid toenemen maar hoorden hun politieke leiders en opiniemakers zeggen dat het allemaal zo’n vaart niet liep

De bespreking is van Dirk "broer van" Verhofstadt. Ere aan wie ere toekomt.


^ TOP

02-12-04 - 00:53:24 - - item printen - item mailen

Share/Save/Bookmark -

Comments

Reageer
Dit bericht is gesloten. Hierdoor zijn reacties of stemmen niet langer mogelijk.