Skip to main content.

De Rode Ridder zit opnieuw in het zadel

Een kleine vijf maanden na het overlijden van Karel Biddeloo staat een nieuw team te trappelen om de reeks 'De Rode Ridder' verder te zetten. Scenarist van dienst wordt de Nederlander Martin Lodewijk, ex-studio Vandersteen-medewerker Claus D. Scholz buigt zich over de tekeningen.

Stalen ruimtewezens, rondborstige sensuele vrouwen, afzichtelijke monsters en vampiers... De op 7 juni overleden tekenaar Karel Biddeloo had in 1969, bij de officiële overname van de stripklassieker ‘De Rode Ridder’ van zijn broodheer en leermeester Willy Vandersteen, niet meteen de intentie diens klassieke benadering van een ouwe getrouwe ridderreeks verder te zetten. De dan 26-jarige tekenaar liet de blonde ridder Johan immers een geheel andere koers varen en dompelde het titelpersonage snel onder in het sword and sorcery- en zelfs sciencefictiongenre.

Bij heel wat fans verspeelde hij daarmee zijn krediet, en ook Standaard UItgeverij spoorde hem de jongste jaren aan zich meer toe te leggen op traditionelere ridderverhalen.

Ook het gebruik van volumineuze vrouwenborsten mocht wat minder, net als de eigenaardige creaturen die zijn reeks bevolkten. Biddeloo gaf enkele maanden voor zijn dood in deze krant echter nog wat meesmuilend te kennen dat dat niet naar zijn zin was en zette de reeks op zijn manier verder. “‘De Rode Ridder’ is pulpliteratuur”, oordeelde hij. “Het is goed voor een kwartier ontspanning; Niet meer, niet minder.” De fans zullen dan ook verbaasd zijn dat aan Biddeloos (bekritiseerde) thematieken en verhaalgenres niets wordt veranderd.

Els Vandenbulcke, sinds mei uitgeefster strips binnen Standaard Uitgeverij, zegt met de nieuwbakken auteurs Lodewijk en Scholz geen stijlbreuk met het verleden te willen. “Het eerste wat Lodewijk ons vertelde was dat hij geweldig veel respect had gekregen voor Biddeloos werk. Volgens hem zou het tegenover de fans oneerbiedig zijn niet in diens stijl verder te gaan. We hebben hen dan ook zeker niet gebrieft over inhoudelijke zaken. Daarin laten we hen vrij.” Vandenbulcke geeft toe dat vlak na het overlijden van Biddeloo al aanvragen binnenkwamen van auteurs die de reeks maar wat graag wilden overnemen. “In totaal hebben zo’n tien mensen, scenaristen en tekenaars, contact met ons opgenomen.

We hebben daarop een selectieprocedure gestart en de auteurs gevraagd om op basis van de eerste twee pagina’s van Biddeloos laatste verhaal, een eigen werk te maken.

Scholz kwam daar verbluffend als beste uit. Het was zelfs schrikken hoe getrouw hij Biddeloos stijl had overgenomen.” De 65-jarige Rotterdammer Martin Lodewijk is een ouwe getrouwe in de stripscene, met een voorkeur voor Vlaams stripwerk.

Hij is bekend als scenarist van de populaire sciencefictionreeks ‘Storm’ en de reeksen ‘Johnny Goodbye’, ‘Bernard Voorzichtig’, ‘January Jones’ en sinds vorig jaar ook ‘Quark’, de eerste Nederlandse manga. In eigen land behoort zijn ‘Agent 327’, waarvoor hij zowel tekeningen als scenario op zich neemt, tot de klassiekers. “Het is nogal toevallig gegaan”, zegt hij. “Ik had het er op een feestje met enkele beleidsmensen binnen Standaard Uitgeverij over dat ik mijn tekenwerk wat wilde minderen wegens gezondheidsproblemen.

Even later kwam het voorstel nieuwe Rode Ridder-scenario’s te schrijven.

Nu, ik kende die reeks nauwelijks, maar heb me toch door 150 albums geploegd om tot het besluit te komen dat Biddeloo een authentieke man was die van vanuit het niets een gestoffeerd verhaal kon maken. Ik heb me dan ook voorgenomen trouw te blijven aan zijn werk, maar wil er ook iets aan toevoegen, net zoals Biddeloo dat indertijd gedaan heeft. Het zal wellicht een fantasystrip blijven, maar ik zal bijvoorbeeld toch minder snel met elfen en dergelijke komen aanzetten.

Ik wil wel iets meer terug naar de Middeleeuwen.” Tekenaar Claus D. Scholz (54) is minder bekend.

Hij werkte de voorbije achttien jaar vooral achter de schermen als assistent van Hec Leemans voor diens reeks ‘Bakelandt’, die volgens de uitgeverij voortaan in een lager tempo wordt voortgezet.

Toen hij in 1966, na een carrière als etalagedecorateur in Duitsland bij Studio Vandersteen terechtkwam, verwees Vandersteen hem naar Frank Sels, inkter van ‘De Rode Ridder’. Samen met Sels maakte Scholz de reeks ‘Zilverpijl’ voor de Duitse markt, de volgende zeven jaar goed voor 194 verhalen van elk 28 pagina’s. Zo’n 50 verhalen kwamen uit Scholz’ pen, voor de rest inktte hij de potloodtekeningen in. Nadien tekende hij een zestal kortverhalen voor het weekblad Kuifje, illustraties voor toentertijd bekendere westernreeksen als ‘Lasso’, ‘Vlammende Speer’ en ‘Chick Bill’, hij illustreerde voor het Duitse Marvel Comics meer dan 150 covers en hij boog zich over een aantal ‘Bessy’- en ‘Karl May’-verhalen.

Eigen verhalen, als onder meer ‘James Leigh’, verschenen vanaf 1983 in het weekblad Robbedoesen het Suske en Wiske Familiestripboek. Tussen 1985 en 1995 verzorgde hij het illustratiewerk voor de Zuid-Nederlandse uitgeverij, waar hij hij voornamelijk Disney-karakters voor zijn rekening nam. Vanaf 1986 werkte hij mee aan ‘Bakelandt’. De jongste jaren leverde hij verhaaltjes voor het Nederlandse meisjesblad Tina.

Het eerste album van het nieuwe team zal in het najaar van 2005 in de winkel moeten liggen.

Vanaf dan verschijnen er op vraag van de nieuwe auteurs jaarlijks vier nieuwe verhalen in plaats van de oorspronkelijke zes. Karel Biddeloos laatste ‘Rode Ridder’-verhaal, Gog en Magog, verschijnt op 8 december. Zijn weduwe Ursula, die al eerder door de uitgeverij netjes werd gevraagd naar de voortzetting van haar mans reeks, reageerde gisteren erg positief op het nieuws. “Ik heb de tekeningen van Scholz gezien en ben verbaasd dat hij Karel zo goed heeft weten imiteren, tot zelfs de grote vrouwenborsten toe. (Grijnzend)Ik dacht dat die nu wel zouden minderen, maar niet dus...”

(De Morgen, 18 oktober 2004) ^ TOP

19-10-04 - 23:00:15 - - item printen - item mailen

Share/Save/Bookmark -

Comments

Reageer
Dit bericht is gesloten. Hierdoor zijn reacties of stemmen niet langer mogelijk.