Friends email:Message:
Your email:
Friends Name:
Your Name:
 HTML

Professor Wim Moesen in de Tijd van 3 juli 2003

"Blijkbaar beseffen velen nog altijd niet dat de kwaliteit van het bestuur een steeds belangrijker element in de internationale concurrentie wordt. Klassieke instrumenten, zoals het monetaire en het budgettaire beleid, verhuizen steeds meer naar het Europese niveau en kunnen dus niet meer ingezet worden in de concurrentiestrijd. Dan komen andere elementen naar voren. Vlaanderen heeft zeker nog troeven: onze centrale ligging, de kwaliteit van ons menselijk en, tot op zekere hoogte, ons fysiek kapitaal. Maar daar komt steeds meer een vierde element bij: het sociaal kapitaal. Dat is een verzamelwoord voor de kwaliteit van onze instellingen, de mate waarin ze vertrouwen inboezemen, de mate van corruptie,...

Ons land scoort daarvoor bij internationale vergelijkingen helemaal niet goed. Voor sommige instellingen, zoals onderwijs en gezondheidszorg, moeten we niet blozen. De combinatie van subsidiëring en vrije keuze die we daar toepassen werkt blijkbaar. De 'onderprijzing' zorgt voor een goede toegankelijkheid. De vrije keuze geeft mensen de kans met hun voeten te stemmen als een school of ziekenhuis hun niet aanstaat. Dat zorgt voor opwaartse druk op de kwaliteit. Maar voor de meeste takken van de eigenlijke publieke sector zit ons land op een niveau dat een beschaafde natie onwaardig is. Natuurlijk kun je de recepten uit de gezondheidszorg niet zomaar op het gerecht of de administratie toepassen. Je kunt de mensen moeilijk zomaar hun rechtbank laten kiezen. Maar het is ook verkeerd te denken dat je automatisch meer kwaliteit krijgt, als je er meer geld inpompt. Internationaal vergelijkend onderzoek leert dat dat niet klopt. Je moet wel degelijk de organisatie durven aan te pakken. Copernicus was daarvoor een goede aanzet. Nu vrees ik dat we een pas op de plaats maken."

03-07-03 - 10:01:13 - - item printen - item mailen