"Nochtans, als de Franstaligen wat verder zouden denken dan hun neus lang is, zouden ze het Vlaamse medebeheer van de hoofdstad koesteren en zouden ze er als de bliksem voor zorgen dat de taalwetten in Brussel worden gerespecteerd. Het kan de overlevingskansen van de Belgische contsructie, waar ze naar eigen zeggen erg aan gehecht zijn, alleen maar doen toenemen. Als we morgen door de Brusselse politiemensen in keurig Nederlands worden aangesproken, heeft België mogelijk nog een toekomst"

(De Tijd, 13 juli 2006)